Niet fijn voelen

Voorbeelden:

  • slecht (in)slapen
  • angstig zijn
  • geen vrienden hebben
  • weinig zelfvertrouwen hebben
  • faalangst
  • gezinsproblemen (zoals scheiding)
  • verdriet/rouw
  • moeite met de omgang met anderen
  • concentratieproblemen
  • de lat hoog leggen
  • piekeren
  • onrustig of druk gedrag
  • gepest worden/pester zijn

enzovoort.