Een rechtsgeorienteerde leerstijl (beelddenken) is een andere manier van informatie verwerken. Sommige kinderen
denken in beelden & gebeurtenissen in plaats van woorden & begrippen. Zij
verwerken informatie met de rechterhersenhelft. Het onderwijs wordt meestal in de
woord- en taalvorm aangeboden, via de linkerhersenhelft. Kinderen
met een rechtsgeoriënteerde leerstijl begrijpen en onthouden de lesstof dan niet
goed.
Kenmerken van een rechtsgeoriënteerde leerstijl (beelddenken), vrij vertaald naar Nel Ojeman:
SPREKEN
- zwakke articulatie / onduidelijk praten
- struikelen over woorden (denken gaat sneller dan praten)
- verhaspelen van woorden
- veel gebaren maken als ze vertellen
LUISTEREN
- gericht luisteren blijft achter, voorkeur voor zien
- vertraagde of te snelle reactie op aanwijzingen en opdrachten
- luisteren met een half oor
- moeite met het verwerken van mondelinge informatie (onthouden van
- instructies, bij langdurige instructies de rode draad kwijtraken)
- veel misverstanden, te letterlijk opvatten van wat er wordt gezegd
- standjes, voor anderen bedoeld, persoonlijk opvatten
TAALONTWIKKELING
- moeite met het koppelen van woorden aan beelden
- woordvindingsproblemen (dinges, die, data)
- eigen(aardig) woordgebruik
- weinig lijn in de verhalen die ze vertellen (grote gedachtesprongen, achteraan
- of zomaar ergens midden in het verhaal beginnen)
- vrij beperkte, maar wel originele woordenschat
MOTORISCHE ONTWIKKELING
- slechte fijne motoriek
- rommelig handschrift
- meer ongelukjes
- onhandig
- geen ritme of maatgevoel
ORIËNTATIE IN TIJD EN RUIMTE
- gebrekkig tijdsbesef
- moeite met oriënteren in de ruimte
- verwarren links/rechts
- moeite om zaken op (volg)orde te houden
WERKHOUDING
- neiging snel tevreden te zijn over eigen prestaties
- onvermogen eigen handelen kritisch te bekijken
- weerstand tegen nakijken van gemaakt werk
- gevoel al klaar te zijn met het (huis)werk als ze er eigenlijk nog maar net aan
- zijn begonnen
- te gehaast tempo, af is af
- vluchtige manier van werken
- moeite om het (huis)werk helemaal af te maken
- moeite om zaken te ordenen (bijv. agenda)
- moeite om zaken systematisch aan te pakken
OVERIGE KENMERKEN VAN BEELDDENKEN
- te kinderlijk gedrag (jong voor hun leeftijd)
- clownesk gedrag
- oververmoeid, zeker als de vakantie nadert
- korte spanningsboog (concentratieproblemen)
- wisselend prestatiepatroon
- moeite om de aandacht te verdelen
- afhankelijk van omstandigheden (systematiek/structuur uit de omgeving)
- impulsief/associatief
- onverwacht heldere vragen en oplossingen voor problemen
- inzicht ontstaat ineens
- groot doorzettingsvermogen
- fantasieverhalen, op het leugenachtige af
- moeite met het verwoorden van gevoelens/emoties
- veel fantasie, vindingrijk, origineel
- tot het uiterste doorgevoerde hobby’s
- dromerig/ teruggetrokken (eigen wereldje)
- (over)gevoelig/ emotioneel kwetsbaar
- te resoluut optreden om onzekerheid te verbergen
- faalangst
- overdreven rechtvaardigheidsgevoel
- hoge empathie/ sociaal zeer bewogen
- staat vaak wat alleen tussen broertjes/ zusjes
- lage frustratiedrempel
- koppig/ halsstarrig
- rommelig/ chaotisch
- moeite om zich aan afspraken en regels te houden
- ongedisciplineerd (tekort aan zelfdiscipline)
- vergeetachtig